ezelspinguin

 

Wetenschappelijk Pygoscelis papua
Engels gentoo penguin
Verspreiding Antarctica
Voedsel vooral krill, ook vis en inktvis
Lengte 81 cm
Status thans niet bedreigd

Deze vrij grote pinguïn dankt zijn naam aan zijn balkende geluid. Hij is herkenbaar aan de witte 'koptelefoon' op zijn zwarte kop.

In het noordelijk deel van hun verspreidingsgebied - dus verder van de Zuidpool af - is de ezelspinguïn een standvogel. Ze blijven ook buiten de broedtijd in de buurt van de kolonie. De ezelspinguïns die op het vaste land van Antarctica broeden, trekken na de broedtijd naar het warmere noorden.

De ezelspinguïns broeden in kleine kolonies. Het vrouwtje legt twee eieren die door beide ouders worden uitgebroed. Als ze een maand oud zijn, verzamelen de jongen zich in crèches zodat de ouders meer tijd hebben om voedsel, vooral krill, te zoeken.