buideldieren
Wetenschappelijk | Marsupialia |
---|---|
Engels | marsupials |
Verspreiding | Australië, Nieuw-Guinea; Amerika (voornamelijk Zuid -) |
Voedsel | zeer divers (planteneters, vleeseters, alleseters) |
Lengte | max. 5,7 cm (Pilbara ningaui) tot max. 1,6 m (rode reuzenkangoeroe) |
Gewicht | max. 9 g (Pilbara ningaui) tot max. 90 kg (rode reuzenkangoeroe) |
Aantal soorten | 292 |
Onderverdeling | 22 families |
Buideldieren hebben geen placenta (moederkoek) waarmee doorgaans zoogdier-embryo's in de baarmoeder gevoed worden. Het jong komt daardoor erg klein en onvolgroeid ter wereld. Het zoekt na de geboorte snel een tepel van de moeder en zuigt zich daaraan vast. Bij veel buideldieren zitten de tepels in een soort zak - de buidel - waar het jong beschermd kan verder groeien.
Hoewel er ook in Zuid-Amerika buideldieren leven (de opossums) is Australië het echte buideldieren-land. Afgezien van wat kleine knaagdieren en vleermuizen waren de buideldieren van oorsprong de enige zoogdieren op dat continent.
Naast de kangoeroes en de koala komen nog tal van minder bekende buideldieren voor, waaronder de buidelmol, buidelmarter en de suikereekhoorn: een buideldier dat kan zweven.